Het was een lange dag. Zo eentje waarop ik net iets te vaak, net iets te boos op de kinderen word dan nodig is. Zo’n dag waarop ik me voorneem om wat leuks te ondernemen met de kinderen, maar ik me daar op de één of andere manier niet toe kan zetten. Precies op zo’n dag als vandaag valt er weer een brief op de mat met daarop een datum. Deze datum geeft me een dubbel gevoel. Want: wat fijn dat hij al over vier weken aan de beurt is! Maar ook: pffff over vier weken wordt hij dus alwéér geopereerd. Ik hoor mezelf mopperen als broer en zus elkaar weer eens in de haren vliegen en kijk hoopvol op de klok.
Vijf uur. Nog drie uurtjes te gaan en dan kan ik met de benen omhoog. Kom op Heleen, je kunt het.
Na het eten laat ik de boel de boel. Ik laat het bad vollopen, gooi er een flinke scheut badschuim in en sluit mezelf op in de badkamer. Ik zoek wat rustgevende muziek op en zet de radio precies hard genoeg om geen geluiden van het rumoer in huis te horen en zacht genoeg om het tikken van de regen tegen het raam op te merken. Ik sluit mijn ogen en haal een paar keer diep adem.
Terwijl mijn lichaam zich ontspant ga ik vier weken vooruit in de tijd. Ik zie ik een jongetje voor me in een ziekenhuis bed. Hij heeft een o.k pyjama aan en krijgt niks mee van de artsen die om zijn bed staan, want hij slaapt nog. Van een scherm naast zijn bed valt af te lezen dat hij ontspannen is. Zijn saturatie is goed, zijn hartslag is rustig, zijn ademhaling diep.
Het is mijn zoon.
We kijken naar de arts die hem net heeft geopereerd en zijn blik verraadt dat hij tevreden is over wat hij zojuist heeft gezien en gedaan. De woorden die hij daarna uitspreekt bevestigen dit en er overvalt ons een gevoel van opluchting. De stress en inspanningen van de afgelopen maanden zijn allemaal niet voor niks geweest. Stapje voor stapje komen we wat verder op de weg die voor ons bepaald wordt. Heel voorzichtig durven we af en toe een blik in de toekomst te werpen
Terug in mijn bad blijf ik nog even liggen om te genieten van het niks doen. Als het water is afgekoeld trek ik de stop uit het bad en met het weglopen van het water voel ik de zwaartekracht terug komen. Mijn lichaam wordt zwaarder en ik stel me voor hoe mijn angst, de stress en alle andere negatieve gevoelens tegelijk met het water weg lopen in het putje.
Als ik me af droog hoor ik de kinderen met hun vader de trap op lopen. Ik schiet in mijn huispak zodat ik nog even kan helpen met broer en zus instoppen en ik geef ze een dikke welterustenkus. Ik plof op de bank, eindelijk kan ik met mijn benen omhoog. Ik probeer het fijne gevoel dat ik van deze baddersessie heb overgehouden nog even vast te houden. Het komt goed. Het zal goed komen.
Noem me zweverig, maar ik geloof in de kracht van positief denken. Wat je denkt trek je aan. Alles wat je aandacht geeft, groeit. De komende weken is mijn mantra: het komt goed. Het zal goed komen. Op een dag moet onze pech op zijn, toch? De positieve flow waar we nu inzitten mag zich best nog even voortzetten. Zeg, voor altijd…En het beeld dat ik me voorstelde in bad? Laat het zo zijn alsjeblieft. Tevreden blikken en goede uitslagen.
♥ Het komt goed. En zo niet, dan toch. ♥