Wat betreft auto rijden ben ik geen held. Wat betreft alleen thuis zijn in het donker en spreken voor een groep ook niet hoor, maar in het verkeer ben ik dus echt een mietje. Als ik vroeger naar school fietste over het viaduct, remde ik af als ik naar beneden ging want dat ging me veel te snel. Mijn antiheld status dank ik dus vooral aan het ontbreken van lef achter het stuur.
Ik krijg regelmatig middelvingers of vingers op voorhoofden van mede weggebruikers. Ik wacht nou eenmaal liever met oversteken tot die auto voorbij is dan dat ik de mijne er voor langs trek. Blijkbaar is dat een gegronde reden om een middelvinger te krijgen, prima.
Ik heb mijn rijbewijs nu twee jaar. Met een paar pauzes om kinderen te baren heb ik er acht jaar over gedaan om mijn roze papiertje te halen. Meer dan eens ben ik huilend de auto uitgestapt tijdens een les, man man wat een drama! Zowel voor mij als voor mijn rij instructeur gok ik. Ik was hoogzwanger toen ik voor de vierde keer moest afrijden en ik was er van overtuigd dat ik ook deze keer weer zou zakken. Maar blijkbaar bracht mijn dikke buik mij geluk, of de examinator had gewoon met me te doen. Hoe dan ook, ik en mijn dikke buik slaagden voor mijn rijexamen.
Ik had mijn rijbewijs! Nu, twee jaar later, is autorijden nog steeds niet mijn hobby. Oh man en die sneeuw he! Vorige week moest ik er echt doorheen. Ik ben jaren door weer en wind overal naar toe gefietst, maar met zussie achterop zie ik dat echt niet zitten. Dus met samengeknepen billen ging ik op pad.
Ik heb mezelf nog even in de spiegel bemoedigend toegesproken.
Kom op Heleen, jij kunt dit. Je bent niet voor niks geslaagd twee jaar geleden, en je hebt wel eens voor hetere vuren gestaan. Stop die sleutel in het contact en ga! Je hebt nog drie kwartier om op je werk te komen, dus je hebt alle tijd. Oh gottegottegod. Oh gottegottegod.
Ik start de auto en met een bonkend hart trap ik zachtjes het gaspedaal in. Al glibberend in mijn gele gebakje (don’t ask) bereik ik de singel. Tegen de tijd dat ik de ringweg die om het centrum van Enschede gaat moet oversteken zakt mij de moed in de schoenen. Ik wil het liefst de auto weer huilend uit stappen en verlang naar de tijd dat er een rij instructeur naast me in de auto zat. Op deze weg rijdt één lange slinger van auto’s en iedereen kijkt stuurs naar zijn eigen rijbaan. Niemand zal ook maar even stoppen om mij er voor te laten. Ik trek op, ik stuur naar links, maar mijn auto slipt rechtdoor.
Oh gottegottegod. Oh gottegottegod sta me bij.
Ik zet de auto in z’n achteruit en begin weer van voren af aan. Een paar keer, want nog steeds is niemand van plan om mijn gestreste ik voor te laten gaan. Ondertussen is het sneeuw onder mijn banden ijs geworden van het steeds weer optrekken en beginnen mijn wielen te spinnen terwijl ik verwoede pogingen doe om over te steken. Heb je beeld?
Op een gegeven moment heb ik mezelf bij elkaar geraapt en heb ik een pleur gas gegeven en toen kregen mijn banden weer wat grip. Godezijdank stopte de auto die van rechts kwam en kon ik aansluiten in de lange slinger van auto’s. Ik kon vervolgens stapvoets naar mijn werk rijden waar ik op de minuut af op tijd binnen kwam. Ik ben weer een ervaring rijker en ik kan weer tien jaar van mijn leven aftrekken. Maar ik heb het wel gedaan!
Hoe ik er ooit in slaagde mijn rijbewijs te halen mag je gerust een wonder noemen, dat lees je hier. >klik<