Ik heb een gruwelijke hekel aan ongedierte en al het kleine diergespuis. En mijn zoon? Ik denk dat hij later dierenarts, insectoloog of liefheersbeestjesfluisteraar wordt. Hij komt thuis regenwormen, half dode hommels, langpootmuggen en springt een gat in de lucht als er een dikke spin op het plafond zit. Als we bij opa en oma op bezoek gaan moeten de vissen in de vijver eerst gevoerd worden, en steevast moet het deksel van het filter worden opgetild. Daar zit namelijk altijd een dikke kikker. Te gek vindt hij dat!
Nou ben ik de beroerdste niet hoor. Ik mag dan gruwelen van alles dat kruipt, springt of vliegt. Maar als mijn zesjarige zo blij wordt van een kikker, gaan wij op een zondagmiddag gewapend met een visnet en emmer naar het park op kikkerdril jacht. Onze vensterbank verandert in een heuse kraamkamer. Vorig jaar kwam ik er achter dat het helemaal niet zo moeilijk is om kikkerdril op te voeden tot kleine miniatuur kikkertjes. En eigenlijk vond ik het stiekem heel leuk! Als ik het kan, kan jij het ook. Dus hier een paar tips van mij voor jou.
Men neme…
Onder gunstige omstandigheden en met een beetje geluk kun je halverwege maart al kikkerdril vinden. In het park bij ons om de hoek is een vijver die aan de kant erg ondiep is, en dus warmt dat water snel op.
Mijn zesjarige kon zo een stukje het water inlopen om wat kikkerdril te ‘vangen’. Vangen tussen haakjes, want het is niet zo dat kikkerdril ineens weg zwemt;) Neem nou niet te veel mee want een klein kluitje lijkt weinig, maar je hebt zo een stuk of dertig eitjes.
Helemaal trots op zijn vangst werd het kluitje kikkerdril voorzichtig in de emmer gedaan. Thuisgekomen hebben we het overgegoten in een klein kunststof aquarium die we bij de Intratuin kochten. En als je daar toch bent, neem dan ook een waterplantje mee voor het zuurstof in het water. Vinden ze fijn.
Lekker educatief!
Wij hebben onze kraamkamer in de vensterbank staan, maar als de zon fel naar binnen schijnt zetten we het aquarium uit de zon op tafel. Onwijs leuk om te zien dat de vorm van de eitjes al binnen een paar dagen van kleine stipjes in boontjes veranderen. Wat zijn we toch educatief bezig! Heel toevallig liepen we in een tweedehandswinkeltje tegen een boekje over kikkervisjes aan: Van kikkervisje tot kikker. Vanaf die dag het meest voorgelezen boekje en je kunt het maar gehad hebben, de eerste les seksuele voorlichting.
Van dikkopje naar miniatuur kikker.
Over een tijdje komen er dikkopjes uit de eitjes. Na een week of zeven beginnen de achterpoten te groeien. De staart wordt kleiner en na ongeveer negen weken groeien de voorpoten op de plek waar de kieuwen zaten. Nu gebruiken de kikkervisjes hun longen om door te ademen, dus zorg voor een grote steen, tak of iets anders in het aquarium waar ze op kunnen klimmen. Zodra het echte kikkertjes zijn wordt het tijd om ze terug te zetten in de sloot of vijver waar je ze vandaan hebt. Ten eerste omdat ze beschermd zijn en je ze dus niet thuis mag houden. (Kikkerdril mag wel). En ten tweede omdat het echt geen aanrader is, zo’n miniatuurkikkertje die ontsnapt en gezellig over de keukenvloer hupst.
Wat geef je ze te eten?
Dikkopjes en kikkervisjes eten algen. Wij deden wat gekneusde sla of schijfjes komkommer in het water zodra de dikkopjes uit het eitje waren. Af en toe voegden we wat vissenvoer toe aan het dieet. Zodra het echt kikkervisjes zijn, mag je ook af en toe wat soepvlees in het water leggen. Niet te lang hoor, dat gaat rotten.
Benieuwd hoe dit afloopt?
Ik heb er het volste vertrouwen in dat ons project kikkervis beter gaat aflopen dan ons project moestuin. Benieuwd hoe het gaat met onze kraamkamer? Volg mij op instagram (klik) . Hier zal ik regelmatig een foto plaatsen van ons kikkerdril, onze dikkopjes, kikkervisjes en uiteindelijk miniatuurkikkertjes.