Ik vind dat een stom woord, lotgenotencontact. Lotgenotencontact klinkt als slachtoffer ergens van zijn en elkaar dan opzoeken om samen zo veel mogelijk te klagen over hoe erg het allemaal wel niet is. Zoiets. Maar ik had vorige week lotgenoten contact en dat was helemaal niet stom. Dat was waardevol.
Twee moeders, twee canulekinderen.
Twee moeders, twee hele verschillende types. Als wij elkaar in het dagelijks leven waren tegen gekomen waren we waarschijnlijk niet verder gekomen dan een beleefdheidspraatje in de lift. Zij woont in het westen van het land, ik het oosten. Zij heeft een zesjarige dochter, ik een zesjarige zoon. Eigenlijk kennen we elkaar helemaal niet zo goed, maar toch hebben we van de week een dagje met elkaar opgetrokken zodat onze kinders samen konden spelen. Een middagje lotgenotencontact. Ons lot? Moeder zijn van een canulekind.
Weet je niet wat dat is, een canule? Hier leg ik het uit. (klik)
Haar zesjarige en mijn zesjarige lagen als pasgeboren baby tegelijk op de kinder ic van het Sophia kinderziekenhuis. Allebei met zo’n rottig buisje in hun keel. Dat buisje zit er nog steeds, maar gelukkig was de omgeving waar we elkaar troffen nu totaal anders.
Ze vonden herkenning bij elkaar, maar toch ook veel verschillen. Zij vindt de slaapdokter wel interessant zei ze. Hij was daar zo verbaasd over dat hij niet eens kon reageren.
Erg fijn om er eens met een leeftijdgenootje gedachten over te wisselen, die gelegenheid krijgt hij niet vaak. Fijn gespeeld alsof ze elkaar al jaren kenden. Wat eigenlijk ook zo is, maar dan anders. Waardevol, een dagje lotgenoten contact. Wat heeft hij genoten!
Wil je meer lezen over Rebecca? Haar moeder houdt ook een blog bij. Die vind je Hier