Ik heb mijn rijbewijs nu iets langer dan een jaar. Dus ik heb een jaar of dertig alles op de fiets gedaan. Door weer en wind, ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat en of ik nou om de hoek moest zijn of tien kilometer verderop, ik deed alles op de fiets. Toen ik mijn rijbewijs eenmaal had ben ik dan ook uit principe alles met de auto gaan doen. Dat, en omdat het met een zesjarige en een baby onmogelijk is om om fijn een stukje gaan fietsen. Maar ik heb er nooit een hekel aan gehad en kon dus ook niet wachten om na mijn zwangerschap weer op de fiets te stappen.
Voor de eerste verjaardag van zussie kregen we een fietszitje. Mijn fiets stond al een tijdje met een lekke band in de schuur geduldig te wachten tot hij weer van stal gehaald werd. S’ ochtends bracht ik hem bij de fietsenmaker en ’s middags kon ik hem ophalen met gesmeerde en gespannen ketting, nieuwe verlichting én een stoeltje met windscherm. Ik zeg ready to go!
Vorige week moest het dan ook meteen gebeuren: Zussie en ik gingen samen op de fiets naar het kinderdagverblijf. ‘Toevallig’ werk ik op het kinderdagverblijf waar mijn dochter twee keer per week naartoe gaat. Of: mijn dochter gaat naar het kinderdagverblijf waar ik werk. Dat is praktisch en ook gezellig. En samen op de fiets naar mijn werk, dat is helemaal een feestje! Nou is het voor mij altijd weer een uitdaging om op tijd op mijn werk te verschijnen. Er gebeurt altijd wel iets waardoor ik vertraging op loop. Altijd. Of ik de wekker nou een uur eerder zet en er meteen uit ga, of ik snooze vier keer. Ik moet altijd haasten. Maar vrijdags moet ik om negen uur beginnen, dus dat moet toch helemaal goed gaan zou je denken. Zou je denken.
Om half zeven gaat de wekker en ik spring onder de douche. Mooi, gelukt met maar 1 keer snoozen dus ik lig op schema. Make-uppie op en haren in de plooi. Zussie is gisteravond nog in bad geweest, dus die hoef ik alleen maar in de kleren te steken. Met haar grote broer zijn we altijd iets langer bezig. Vernevelen, douchen, canulebandje verschonen, sondeplijsters plakken, aankleden, spullen voor school pakken en dan zijn we zo een uurtje verder. Maar het is inmiddels acht uur en ik lig nog steeds op schema. Ik begin al een beetje trots op mezelf te worden.
Terwijl ik door het huis drentel om mijn spullen te pakken hoor ik de weersverwachting. En daar is de eerder genoemde kink in de kabel. Ik hoor “een gevoelstemperatuur van nul graden”. Crap! Maar ik heb mijn zinnen gezet op fietsen en this mama ain’t raisin’ no pussy’s.
Haar vader plukt haar ski pakje van zolder en ik pak zussie warm in. Uiteraard kom ik er nu pas achter dat dat pakje aan de kleine kant is, maar na wat duw en trek werk zit ze er in. Mijn ongeduldige dochter laat duidelijk merken dat ze not amused is, maar kom op meissie. Het wordt echt hartstikke leuk! Beloofd. We zijn ready to go en nog op tijd ook!
Tot dat haar vader met de briljante kanttekening komt of zussie niet wat moet eten? Eten? Kom-Op Heleen, je geeft je dochter gewoon geen eten?! Ter mijn verdediging: Doordat grote broer volledig sondevoeding krijgt, zit het gewoon niet helemaal in mijn systeem om mijn kinderen eten te geven. Daarbij is zussie uberrelaxed en zal ze het niet snel op een schreeuwen zetten als ze honger heeft. Het arme kind. Vol schuldige loedermoeder gevoelens trek ik haar weer uit het net iets te kleine ski pakje. Ik zit al in de reserve tijd dus snel geef ik haar de papfles en wurm ik haar er weer in. Muts op, sjaal, handschoenen, alles d’rop en d’ran en daar gaan we. Mijn meisje zit door het te strakke pakje als een opgezette pop rechtop in het fietszitje en kan alleen nog haar ogen bewegen,maar ze zit! Ik heb als een bezetene moeten fietsten om op tijd op mijn werk te komen maar 1 minuut voor negen stap ik de werkvloer op.
Goedemorgen! Zeg ik zo nonchalant mogelijk terwijl ik mijn zweetbovenlip droog veeg. Wow, zijn jullie op de fiets, wat goed! Ja goed hè, en ze vond het leuk joh!