Mijn vijfjarige heeft iets nieuws. Het begint echt een ding te worden. Hij is bang voor de dood. Bij een voorlichtingsbijeenkomst op zijn school over seksuele voorlichting bij kinderen, leerde ik dat je nooit te veel kunt vertellen over de bloemetjes en de bijtjes. Als de nieuwsgierigheid van je kind bevredigd is, verliest hij zijn interesse en zal hij overgaan op een ander onderwerp. Dus ik heb antwoord gegeven op al zijn prangende vragen toen zijn babyzusje geboren was. Maar hij komt nu met levensvragen waar ik zelf het antwoord ook niet op weet.
Mama als ik dood ga, word ik dan ook weer overnieuw geboren?
En:
Mama, wie was de aller, aller, aller eerste mens en wie was zijn mama?
Sinds een tijdje zijn de onderwerpen van onze gesprekjes voor het slapen gaan veranderd. Van: Ik wil graag een legotrein van Sinterklaas, naar: Hoe oud is Sinterklaas en wanneer gaat hij dood.
Ik vind het een dilemma. Hoe wijs moet ik hem maken? Een kind die bang is voor de dood die vraagt of kindjes ook dood kunnen gaan. Daar springen je toch de tranen van in de ogen? Ik kan het niet over mijn moederhart verkrijgen om daar eerlijk antwoord op te geven, want hij betrekt alles op zichzelf.
Alleen hele oude mensen en hele zieke mensen gaan dood lieverd.
Papa moet honderd duizend miljoen triljoen jaar worden!
Maar lieverd, zo oud worden mensen toch niet!
Ik wil niet dat papa dood gaat.
Papa gaat ook niet dood. Ik denk dat papa pas dood gaat als jij een grote meneer bent en jij zelf ook kindjes hebt. En misschien hebben jouw kindjes dan ook al wel kindjes.
De papa van een kindje uit mijn klas is dood gegaan.
Slik.
…..
Gisteren durfde ik de televisie niet meer aan te zetten. Wat als hij er achter komt dat mensen elkaar ook nog dood kunnen maken. Hoe leg ik een vijfjarige uit wat oorlog is. En wat een terrorist is, zonder dat hij zich zorgen gaat maken of papa wel terug komt na een potje voetbal kijken in de Grolschveste?